top of page
Marten Kok

Euthanasiewens psychiatrische patiënten is een dilemma voor psychiaters

In de praktijk van de psychiatrisch patiëntenrecht advocaat komen we met enige regelmaat mensen tegen die een doodswens hebben. Soms onderneemt de patiënt een suïcidepoging en wordt deze met een crisismaatregel gedwongen opgenomen op een gesloten afdeling in de GGZ.


Vaak betreft het mensen met een belast verleden waarbij ook psychiatrische en/of persoonlijkheidsproblematiek speelt. Vaak is er al een leven lang sprake van behandeling in de psychiatrie of psychologische behandeling. Vaak ook gedwongen opnames.


Een euthanasiewens komt ook voor bij mensen in de psychiatrie. Soms leidt die wens om niet meer te willen leven tot een suïcidepoging. Op die manier komen mensen dan vaak in de gedwongen opname terecht.


Een wens van een patiënt om het leven te willen beëindigen is voor artsen soms een dilemma. Bij psychiatrische patiënten speelt met name de behandelwens en het beleid om bij patiënten niet actief mee te willen werken aan het beëindigen van het leven.


Wettelijk kader strafbaarheid levensbeëindiging op uitdrukkelijk en ernstig verlangen


In artikel 293 lid 1 Wetboek van Strafrecht is opgenomen:


"Hij die opzettelijk het leven van een ander op diens uitdrukkelijk en ernstig verlangen beëindigt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie."


In artikel 293 lid 2 Wetboek van Strafrecht staat de uitzondering beschreven, namelijk in welk geval het feit niet strafbaar is:


"Het in het eerste lid bedoelde feit is niet strafbaar, indien het is begaan door een arts die daarbij voldoet aan de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en hiervan mededeling doet aan de gemeentelijke lijkschouwer overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging."


Artikel 2 lid 1 van de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding geeft de zorgvuldigheidseisen weer:

De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 293, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, houden in dat de arts:

"

a.de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt,

b.de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt,

c.de patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens vooruitzichten,

d.met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was,

e.ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en ( N.B.: op basis van de NVVP richtlijn zijn twee onafhankelijke oordelen nodig: van een psychiater met expertise op het lijdensgebied en aan het einde van de procedure nog een oordeel van een psychiater, meestal de SCEN-arts)

f.de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd."


Vraag naar de wilsbekwaamheid ten aanzien van het verzoek


Bij de vraag, of sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt (de eerste zorgvuldigheidseis) speelt bij de psychiatrische patiënt vaak de vraag, of de patiënt wilsbekwaam is ten aanzien van het verzoek. Ook bij het raadplegen van één of meer andere artsen zal de vraag naar de wilsbekwaamheid belangrijk zijn.


Vraag naar de overtuiging, dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk leiden van de patiënt


Ook de vraag, of de overtuiging bij de arts bestaat, dat er sprake is van "uitzichtloos en ondraaglijk leiden van de patiënt" is voor de arts een dilemma.



In dit artikel in Trouw wordt beschreven, dat een psychiater die euthanasieverzoeken behandelde, is berispt vanwege twee situaties:


De psychiater had in het eerste geval verzuimd om een collega te raadplegen, wat door de psychiater als fout werd erkend.


In het andere geval had de psychiater wel een collega geraadpleegd. Deze collega vond, dat de reden om door te willen lag in een psychotische overtuiging van de patiënt en waren er nog behandelmogelijkheden. Met andere woorden: de collega-psychiater was van mening dat er geen sprake was van wilsbekwaamheid bij de patiënt ten aanzien van de doodswens. Geen vrijwillig en weloverwogen verzoek dus (zie het eerste zorgvuldigheidscriterium).


De psychiater had in deze kwestie wel met haar eigen behandelteam en met nog een andere expert en die onderschreven weer haar oordeel dat de patiënt wel degelijk wilsbekwaam was ten aanzien van het verzoek tot euthanasie. De psychiater werd toch berispt omdat ze niet goed had onderbouwd, waarom ze aan haar opvatting vast hield.


Euthanasie in de psychiatrie blijkt een lastig onderwerp, vooral ook omdat uitzichtloosheid een kwestie blijft van interpretatie.


UMCG-psychiater Radboud Marijnissen is sinds kort begonnen met een Landelijk Netwerk voor betere euthanasiezorg in de psychiatrie.


In een artikel op de website GZ-psychologie, valt te lezen: "Het bespreken en beoordelen van een euthanasieverzoek is complex, weet psychiater Radboud Marijnissen. ‘Het beoordelen van een doodswens en suïcidaliteit behoort tot de kern van ons vak. Maar als een doodswens blijft aanhouden, is het onderscheid met chronische suïcidaliteit die vanuit de psychiatrische aandoening ontstaat, vaak lastig. Bij een euthanasieverzoek op psychische grondslag is het ook ingewikkeld om medische uitzichtloosheid vast te stellen, omdat patiënten bijna altijd meerdere diagnoses hebben. Daarnaast is euthanasie voor psychiaters lastig omdat patiënten vaak niet sterven aan hun psychiatrische aandoening. Dat is bij kanker bijvoorbeeld anders en vanuit de samenleving wordt er daarom ook anders naar gekeken."


In het netwerk zullen verschillende GGZ-professionals, wetenschappelijk onderzoekers en ervaringsdeskundigen kennis delen voor betere euthanasiezorg. Het netwerk organiseert bijeenkomsten, scholing en onderzoek, zodat zorgverleners zich meer bekwaam voelen om met hun patiënten te praten over doodswensen en euthanasieverzoeken zelf te beoordelen.


Meer informatie over euthanasie in de psychiatrie is te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.



Dit artikel wordt nog bijgewerkt na de lezing van mevrouw D. Rijnja van Expertisecentrum Euthanasie op 5 oktober 2023.


Denkt u aan zelfmoord, bel dan 113. Neem ook contact op met uw behandelaar/psychiater.






70 weergaven

Comments


bottom of page