top of page

HR 21-04-2023 Onderzoek in fysieke aanwezigheid betrokkene bij voortzetting CRM

Wvggz. Machtiging tot voortzetting crisismaatregel (art. 7:7 Wvggz). Mocht psychiater bij zijn onderzoek volstaan met beeldbellen met betrokkene?


3 Beoordeling van het middel

3.1

Het middel klaagt in de eerste plaats dat het onderzoek door de psychiater niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet, nu dit onderzoek niet in fysieke aanwezigheid van betrokkene heeft plaatsgevonden en niet blijkt dat betrokkene heeft geweigerd mee te werken aan dergelijk onderzoek. De rechtbank heeft daarom niet kunnen oordelen dat de medische verklaring tot stand is gekomen op een wijze die in overeenstemming is met de wet en de jurisprudentie en dat deze kan dienen als basis voor de verzochte machtiging, aldus het middel.


3.2

De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.1


3.3

In de medische verklaring heeft de psychiater niet toegelicht waarom betrokkene niet in diens fysieke aanwezigheid maar via beeldbellen is onderzocht. Ter zitting heeft een arts verklaard (zie hiervoor in 2.4) dat beoordelingen door de psychiater in het kader van de Wvggz heel vaak worden verricht door middel van beeldbellen en dat dit een logistieke achtergrond heeft: op zondagen is in de regio Noord-Holland-Noord één psychiater verantwoordelijk voor de hele noordkant en gelet op de reisafstanden lukt het vaak niet om in crisissituaties een fysiek medisch onderzoek te verrichten.


3.4

De verklaring van de arts ter zitting houdt in dat de keuze van de psychiater om betrokkene via beeldbellen te onderzoeken berust op de algemene omstandigheid dat op zondagen slechts één psychiater in de regio Noord-Holland-Noord beschikbaar is. Uit hetgeen hiervoor in 3.2 is overwogen volgt echter dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene uitgangspunt dient te zijn en dat van dit uitgangspunt slechts kan worden afgeweken indien een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene in de omstandigheden van het concrete geval redelijkerwijs niet mogelijk is. De omstandigheid dat ten aanzien van de betrokkene sprake is van een crisissituatie die – in de eerste plaats in het belang van de betrokkene zelf – zo spoedig mogelijk moet worden beëindigd, kan hierbij een rol spelen, maar is op zichzelf niet voldoende.


3.5

Uitgaand van de verklaring van de arts ter zitting vond het onderzoek plaats op een moment waarop in de regio slechts één psychiater beschikbaar was. De verklaring houdt echter niet in dat het op dat moment voor deze psychiater redelijkerwijs niet mogelijk was betrokkene in diens fysieke aanwezigheid te onderzoeken. De hiervoor in 3.1 weergegeven klacht is derhalve gegrond.


3.6

De overige klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).


Redactie:


Na terugverwijzing ex tunc alsnog afwijzing van de verzochte voortzetting van de crisismaatregel: Rb Noord-Holland 12 juli 2023 (ECLI:NL:RBNHO:2023:6582) De Rechtbank oordeelt ook na terugverwijzing en het horen van de psychiater (ex tunc) dat de voortzetting van de crisismaatregel - na cassatie - alsnog moet worden afgewezen: psychiater erkende dat er geen omstandigheden waren waardoor het voor hem redelijkerwijs onmogelijk was om de betrokkene te onderzoeken in diens fysieke aanwezigheid.


Eveneens afwijzing voortzetting crisismaatregel bij "supervisie op afstand": Rb Limburg 11-08-2023 (ECLI:NL:RBLIM:2023:4995) (arts in opleiding tot psychiater, die betrokkene onderzocht en resultaten nadien met de psychiater besprak, supervisie op afstand): afwijzing voortzetting crisismaatregel.


Ook twee maal uitnodigen voor een gesprek is onvoldoende om te oordelen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid redelijkerwijs niet mogelijk is: Rb Zeeland-West Brabant 19-10-2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:7522). Afwijzing zorgmachting onder meer om deze reden.



31 weergaven
bottom of page