Wvggz. Wzd. Multiproblematiek. Motiveringsklacht. Vloeit gedrag van betrokkene voort uit psychische stoornis?
In de geneeskundige verklaring voor een crisismaatregel stond als (vermoedelijke) diagnose gesteld:
“Ernstige neurocognitieve stoornis, schizofrenie in remissie”. Bij de DSM-afgeleide classificatie heeft de psychiater aangekruist: “Neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier)”. Volgens de medische verklaring bestaat het (onmiddellijk dreigend) ernstig nadeel uit: “Opnieuw vallen bij neiging tot roken ’s nachts. Pte is vanwege vergevorderde dementie niet te instrueren.”
Tijdens de zitting over de voortzetting van de crisismaatregel gaf de aanwezige psychiater aan:
"(…) Ik heb destijds de crisismaatregel uitgeschreven. (…) Ik kan wel wat meer over de rode lijn vertellen. Mevrouw is in het verleden bekend met schizofrenie en heeft een uitgebreide vorm van dementie. De schizofrenie is momenteel afgezwakt. Het is nog wel een neurocognitieve stoornis. Betrokkene gaat binnenkort ook naar een verpleegtehuis. Haar zoon gaat daarvoor binnenkort kijken.
Betrokkene valt erg veel. (…) Door haar stoornis is ze niet te instrueren. (…)”
De advocaat had ter zitting aangevoerd dat de Wvggz niet het juiste juridische kader is voor het verzoek, maar de Wet zorg en dwang. De rechtbank volgt de advocaat hierin niet en overwoog daartoe:
“De advocaat heeft ter zitting aangevoerd dat de Wvggz niet het juiste juridische kader is voor het verzoek, maar de Wet zorg en dwang. De rechtbank volgt de advocaat hierin niet en overweegt daartoe als volgt.
Uit de overgelegde stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, door het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel.
Betrokkene is afgelopen weken meermaals gevallen. Recent is betrokkene gevallen met heupfractuur en ribfractuur als gevolg, waarvoor opname met operatie in ziekenhuis noodzakelijk was. Tijdens ziekenhuisopname en daarna is betrokkene ook meermaals gevallen. Zij heeft de neiging om ’s nachts te roken en dan bestaat het risico dat ze valt.
Vanwege haar psychische stoornis is betrokkene niet te instrueren om niet haar bed uit te gaan zonder hulp. Het valrisico is nu beperkt met een tentbed.
Anders dan de advocaat heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag van betrokkene dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van ernstige neurocognitieve stoornis en schizofrenie in remissie.”
De Hoge Raad oordeelde anders. De kernoverweging van de HR:
"3.2
De Wvggz bevat regels voor het verlenen van verplichte zorg aan personen met een psychische stoornis. De Wzd regelt het verlenen van onvrijwillige zorg aan personen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap. Als een persoon zowel een psychische stoornis als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft, is sprake van zogenoemde ‘multi-problematiek’. Bij de beoordeling welk regime in dat geval van toepassing is, dient te worden vastgesteld welke problematiek (psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap) op het moment van beoordeling ‘voorliggend is’, dat wil zeggen: op de voorgrond staat, omdat die problematiek de actuele zorgbehoefte bepaalt, waarbij ook de continuïteit van de zorg in een vertrouwde omgeving in aanmerking moet worden genomen."
De volledige uitspraak van de Hoge Raad van 24-02-2023 is hieronder te downloaden.
Comments