top of page

HR 08-04-2022 Wanneer is een verslaving een psychische stoornis (kernarrest)?

HR 08-04-2022 (ECLI:NL:HR:2022:559) (kernarrest) Wvggz. Is alcoholverslaving een psychische stoornis?


2. Uitgangspunten en feiten

2.1

In deze zaak heeft de officier van justitie verzocht een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene te verlenen voor de duur van zes maanden.


2.2

Bij het verzoekschrift was een medische verklaring gevoegd als bedoeld in art. 5:8 Wvggz. In die verklaring heeft de psychiater als (vermoedelijke) diagnose vermeld:

“Chronische stoornis in alcoholgebruik, deels in remissie (14 dagen), een recidiverende pancreatitis en een insuline afhankelijke DM-type I.”

De medische verklaring houdt voorts in dat uit het gedrag van betrokkene als gevolg van de psychische stoornis ernstig nadeel voortvloeit, met als toelichting:

“Door veelvuldig alcohol gebruik is zijn pancreas er slecht aan toe. Met enige regelmaat heeft hij hier last van. Tevens heeft hij een DM-type I insuline afhankelijk, dit vergt zorgvuldig omgaan met. Wanneer hij onder invloed is spelen de somatische problemen weer in alle hevigheid op met alle gevolgen van dien en wel zodanig dat dit de dood tot gevolg kan hebben.”


3. Beoordeling van het middel


3.2.

Onderdeel 2 klaagt dat het oordeel van de rechtbank dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip ‘psychische stoornis’ als bedoeld in de Wvggz, althans dat het oordeel onbegrijpelijk is. Weliswaar is sprake van een alcoholverslaving, maar dit is onvoldoende om een psychische stoornis in de zin van de Wvggz te kunnen aannemen. Ook volgt uit de overwegingen van de rechtbank niet dat de alcoholverslaving gepaard gaat met psychische stoornissen van zodanige ernst dat de stoornis de gevaarvolle daden van betrokkene overwegend beheerst, aldus de klacht.


3.2.2

Art. 3:3 Wvggz houdt in dat als uiterste middel verplichte zorg kan worden verleend indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel als bedoeld in art. 1:1 lid 2 Wvggz en indien aan de overige voorwaarden is voldaan.


3.2.3

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever met betrekking tot verslaving aan middelen als alcohol en drugs niet beoogd heeft het toepassingsbereik van de Wvggz uit te breiden ten opzichte van dat van de op 31 december 2019 vervallen Wet Bopz (Kamerstukken II, 2009/10, 32399, nr. 3, p. 11-12.). Daarom moet worden aangenomen dat verslaving aan middelen als alcohol en drugs op zichzelf niet tot toepassing van de Wvggz kan leiden. Er moet om tot toepassing van de Wvggz te komen sprake zijn van een psychische stoornis van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat de betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. Deze psychische stoornis kan voortvloeien uit of samenhangen met de verslaving aan middelen. Het kan ook gaan om een van de verslaving losstaande psychische stoornis van andere aard (‘comorbiditeit’). (Vgl. HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:461, rov. 3.3.2 en HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1936, rov. 3.3.2.).


3.2.4

Het onderdeel klaagt terecht dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd dat de alcoholverslaving van betrokkene het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen zo ingrijpend beïnvloedt dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend. Uit de door de rechtbank genoemde lichamelijke klachten van betrokkene en de omstandigheid dat het betrokkene nog niet is gelukt langdurig te stoppen met het gebruik van alcohol, volgt niet dat betrokkene een psychische stoornis heeft in de zin van de Wvggz. De inhoud van de medische verklaring is evenmin toereikend om dat oordeel te rechtvaardigen. Mede gelet op de inhoud van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, is zonder toelichting niet duidelijk waarop de rechtbank in rov. 2.1 doelt met de verwijzing naar de mondelinge behandeling, zodat ook daaruit niet volgt dat betrokkene een psychische stoornis heeft in de zin van de Wvggz.


Volgt terugverwijzing...


Opmerking terzijde van de redactie:



Bij Besluit van 20 april 2020 heeft de Minister van VWS Korsakov, Huntington en niet-aangeboren hersenletsel onder voorwaarden onder de Wzd gebracht. Deze uitbreidingen zijn opgenomen in het Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.


In geval van Korsakov is vereist dat het syndroom of de ziekte zich bij de cliënt uit als een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende "significante beperkingen" overeenkomstig de beperkingen van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap.

Vereist is een verklaring van een ter zake kundige arts, bijvoorbeeld een psychiater of een arts verstandelijk gehandicapten, dan wel een indicatiebesluit in de zin van de Wet langdurige zorg (Wlz), waaruit moet blijken dat aan lid 1 is voldaan (lid 2).

Het idee is dat, door personen met Korsakov in voorkomende gevallen onder het Wzd-regime te brengen, passendere zorg kan worden geleverd. Afhankelijk van het ziekteverloop is de Wvggz dan wel de Wzd van toepassing.



32 weergaven
bottom of page